Rol bijna-thuis-huis steeds belangrijker
Een aantal bijna-thuis-huizen heeft uitdagingen op het gebied van vrijwilligers, zorgpersoneel en financiën. Een duurzame organisatie is steeds vaker een vraagstuk. De financiering van bijna-thuis-huizen maakt dat niet makkelijker.

Duurzame financiering nodig
De zorgverzekeraar of het zorgkantoor vergoedt de medische zorg. Daarnaast zijn subsidie, donaties en giften een belangrijke aanvullende inkomstenbron voor de huizen.
Alle hospices werken met vrijwilligers. Daarvoor is een subsidie vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beschikbaar: de Regeling Palliatieve Terminale Zorg en geestelijke verzorging thuis (Regeling PTZ). Deze subsidie kan worden gebruikt voor de inzet, de opleiding en de coördinatie van vrijwilligers bij de mensen thuis en in de hospices.
Aan patiënten wordt daarnaast meestal een eigen bijdrage gevraagd voor verblijf. Soms wordt die vergoed uit een aanvullende zorgverzekering. Dit is anders in een High Care Hospice, waar de zorgverzekeraar ook de kosten voor het verblijf en bijvoorbeeld maaltijden uit de basisverzekering mag vergoeden.
Bijna-thuis-huizen zijn voor hun gebouw, opleidingskosten voor vrijwilligers en kosten van verblijf dus afhankelijk van wisselende en fluctuerende inkomsten. Deze kwetsbaarheid verdient wat Zilveren Kruis betreft brede, maatschappelijke landelijke aandacht en ook een gezamenlijk plan voor de toekomst. Een toekomst waarin meer mensen gebruik zullen maken van hospicezorg en het zorgpersoneel schaars is.
Zilveren Kruis roept bijna-thuis-huizen op zich tijdig te melden bij knelpunten
We vinden goede palliatieve zorg belangrijk. Daarom hebben we bijvoorbeeld palliatief terminale zorg uitgesloten van het omzetplafond én het doelmatigheidsmodel van Wijkverpleging. We vragen ziekenhuizen te werken volgens het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg en bieden we huisartsen de mogelijkheid om behandelwensgesprekken te voeren en te declareren.
Zorgverzekeraars betalen vanaf 2025 een dagtarief voor de wijkverpleegkundige zorg. Dat is op uitdrukkelijk verzoek van zorgaanbieders die medische zorg in bijna-thuis-huizen verlenen. Een wijkverpleegkundige levert regelmatig aan meerdere patiënten zorg in hetzelfde huis. Een dagtarief is dan passender en zorgt voor minder administratieve lasten voor de wijkverpleegkundige. Het dagtarief is een gemiddelde prijs waarbij rekening is gehouden met variatie tussen patiënten en variatie per dag. En is gebaseerd op alle dagen zorg die de wijkverpleegkundigen aan alle patiënten in het huis hebben geleverd.
We begrijpen dat een dagtarief voor sommige bijna-thuis-huizen wennen is. Het scheelt administratie voor de zorgaanbieder, maar vraagt ook om inkomsten en uitgaven niet per dag of patiënt te bekijken maar naar het totaal per jaar. Het door het veld gevraagde dagtarief is geïntroduceerd om de administratieve lasten te verlagen, maar we lezen en horen ook dat het verschillend uitpakt. En soms tot onbedoelde problemen leidt. Dat lijkt te maken te hebben met de grote verschillen tussen bijna-thuis-huizen. Er zijn huizen met 2 kamers maar ook met 10. Er zijn huizen waar de wijkverpleegkundige een deel van de dag aanwezig is en huizen waar 24/7 wijkverpleegkundigen aanwezig zijn. Er zijn huizen met veel vrijwilligers en huizen met weinig vrijwilligers.
We hebben helaas géén volledig zicht op de individuele - financiële - situatie van bijna-thuis-huizen in onze kernregio’s. Dit komt omdat we geen afspraken maken met de huizen, maar met de zorgaanbieders die de medische zorg in de huizen leveren, zoals de huisarts en de wijkverpleging. Wanneer we kijken naar hospicezorg in Nederland, dan constateren we dat dit goed is georganiseerd. En dat moeten we koesteren. Als op lokaal niveau toch blijkt dat er sprake is van continuïteitsproblemen of andere knelpunten, dan roepen we huizen op zich bij ons te melden. Zodat we gezamenlijk kunnen verkennen of en hoe de situatie opgelost kan worden.
De toekomst van palliatieve zorg vraagt samenwerking
We hebben hospices hard nodig. Vanuit Stichting PZNL loopt ook een traject om de hospicezorg te versterken. Na de publicatie van het eindrapport in november 2024 hebben zij verdiepende analyses gemaakt per regio. We hebben PZNL gevraagd de uitkomsten uit onze kernregio’s met ons te delen. Gelukkig hebben enkele regio’s deze stap al gezet. Dat betekent niet dat we als Zilveren Kruis alle knelpunten zelf kunnen oplossen. Er zijn veel partijen nodig om de hospicezorg toekomstbestendig te maken. Denk aan de werving van voldoende vrijwilligers, wet- en regelgeving omtrent vastgoed of een betere subsidieregeling. We zullen dit samen moeten oppakken.Meer weten over dit artikel? Neem contact op met onze woordvoerder
