Hoe declareert u paramedische COVID-19 herstelzorg?
Vanaf 1 juli 2024 is er geen vergoeding meer voor Paramedische herstelzorg na COVID-19
De herstelzorg is in 2020 door de minister van VWS in de basisverzekering toegestaan onder de voorwaarde dat er onderzoek wordt gedaan hoe goed deze zorg werkt. Dat onderzoek is nu afgerond. Het zorginstituut Nederland heeft vastgesteld dat deze zorg niet aan de eisen voldoet.
Er komt een overgangsperiode voor lopende trajecten
De overgangsregeling geldt t/m 31-12-2024 en houdt in dat uw patiënt die vóór 1 juli 2024 een behandelperiode startte deze kan afmaken en vergoed krijgen. Het maakt niet uit of dit een 1e of een 2e behandelperiode is.
Patiënten die op of na 1 juli 2024 een nieuwe behandelperiode startten krijgen geen vergoeding meer vanuit de basisverzekering.
De aanspraak had betrekking op:
- Fysiotherapie-oefentherapie: maximaal 50 zittingen voor de duur van 6 maanden na de eerste behandeling
- Ergotherapie: maximaal 10 uur voor de duur van 6 maanden na de eerste behandeling
- Diëtetiek: maximaal 7 uur voor de duur van 6 maanden na de eerste behandeling
- Logopedie
Voorwaarden zijn een verwijzing door de huisarts of een medisch specialist en deelname aan het retrospectieve deel van het onderzoek naar de effectiviteit van deze zorg door zowel zorgverlener als patiënt. Zes maanden na start van de behandeling kan indien nodig, en op indicatie van de huisarts of een medisch specialist, een beroep gedaan worden op een tweede behandelperiode van 6 maanden.
De aanspraak wijzigde per 1 juli 2021 op de volgende punten:
- De termijn tussen het acute ziektestadium en de verwijzing door de huisarts of medisch specialist is verlengd van 4 naar 6 maanden.
- De huisarts mag ook verwijzen naar herstelzorg voor een tweede behandelperiode.
Er zijn prestatiecodes beschikbaar voor het declareren van COVID-19 herstelzorg ergotherapie en diëtetiek
Wanneer is voldaan aan de voorwaarden van de aanspraak declareert u COVID-19 herstelzorg vanuit de basisverzekering.