Verwijzing naar ggz
Wie mag verwijzen naar ggz?
- Huisarts
- Bedrijfsarts
- Medisch specialist (waaronder psychiater)
- Straatdokter
- SEH-arts (spoedeisende hulp)
- Specialist ouderengeneeskunde
- Arts voor verstandelijk gehandicapten
- De regiebehandelaar (bij doorverwijzing)
Landelijke afspraken over verwijzing
Het Ministerie heeft nieuwe afspraken over verwijzen naar en binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) gepubliceerd. Bekijk de verwijsafspraken GGZ (pdf). Zilveren Kruis volgt deze landelijk geldende afspraken.
De belangrijkste landelijke afspraken
Er is een verwijzing nodig
- Uiterlijk op de startdatum van het zorgtraject (artikel 14. lid 2 Zvw)
- Bij heraanmelding als het zorgtraject meer dan 365 geleden is afgesloten.
Bij een onvolledige verwijzing (lees: niet overeenkomend met de NHG-richtlijn ‘’informatie-uitwisseling huisarts-ggz’’) geldt voor de aanbieder een inspanningsverplichting om bij de verwijzer de juiste informatie op te halen. Dit moet aantoonbaar zijn in het dossier. Er kan wel worden gestart met de behandeling. Wanneer op een verwijzing niet is aangegeven of wordt verwezen naar de Generalistische Basis-GGZ of naar de Gespecialiseerde GGZ, maakt de zorgaanbieder hierin zelf de keus en informeert hij de verwijzer hierover in de jaarlijkse beloopsbrief.
De startdatum van een zorgtraject aanpassen of de huisarts verzoeken achteraf een verwijzing op te stellen, is niet in lijn met deze afspraak en wordt als onrechtmatigheid beschouwd.
Er is geen verwijzing nodig bij
- Acute dbc.
- Spoedzorg
- Zorg (gedwongen opname/behandeling) geleverd op basis van de Wet Verplichte ggz
- Een heraanmelding binnen een jaar na afsluiten van een voorgaand zorgtraject
Dan: zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 60 dagen een brief naar de huisarts.
Een verwijzing is 9 maanden geldig. Ingangsdatum is aanmelddatum bij ggz-aanbieder. Dit is de datum waarop de aanmelding bij de ggz-aanbieder binnenkomt.
Wat moet er op de verwijzing staan?
De inhoud van de verwijzing moet voldoen aan de NHG-richtlijn Informatie-uitwisseling huisarts-ggz. Op de verwijzing moet in elk geval staan:
- Waar naar wordt verwezen
- Naam en functie van de verwijzer
- Persoonsgegevens van de verwezen verzekerde
- Geadresseerde
- Of er al dan niet sprake is van een heraanmelding
Wanneer moet de huisarts worden geïnformeerd?
De huisarts ontvangt minimaal elk jaar een voortgangsverslag. Daarnaast wordt de huisarts geïnformeerd:
- Als de cliënt in zorg komt
- Periodiek bij bijzonderheden (zie ook situaties waarbij geen verwijzing nodig is)
- Bij afsluiten van de behandeling
- Bij doorverwijzing