Voorkom een bore-out
Saskia Klaaysen is oprichter van Anahata. Een platform dat coaches in hoogsensitiviteit en HSS (High Sensation Seekers) met elkaar in contact brengt. Saskia heeft onderzoek gedaan naar het krijgen van te weinig prikkels. Hier schreef ze het boek ‘Prikkels bijten niet!’ over.
Om te begrijpen wat prikkels met ons doen, vertelt Saskia eerst wat prikkels eigenlijk zijn. ‘Prikkels kun je onderverdelen in twee soorten: prikkels die van buiten komen en prikkels die van binnen komen. De prikkels die van buiten komen die ruik, proef, voel of hoor je. Het zijn zintuiglijke prikkels en daar krijgen we er veel van op een dag. Dan zijn er nog prikkels die van binnen komen. Dit zijn je gevoelens, gedachtes, maar ook signalen die je lichaam afgeeft. Bijvoorbeeld pijn of je intuïtie.’
Gewoontes helpen
We hebben veel prikkels in onze omgeving die gedrag in gang zetten. Dit zijn onze gewoontes. En dat we gewoontes hebben, dat is maar goed ook. ‘Als je over alles moet nadenken, ben je kapot. Denk aan het openmaken van een deur. Of het poetsen van je tanden. Ons brein is gebouwd om dingen op de automatische piloot te doen. Wat we op de automatische piloot doen, kost ons geen energie. Dat voelt lekker. Het is dan helemaal niet zo gek dat we blijven hangen in onze comfortzone’, zegt Saskia. ‘Daar komt bij, dat een groot deel van ons brein door angst wordt gestuurd. Dat is iets dat we nog over hebben uit de oertijd. Dit zorgt ervoor dat er alarmbellen afgaan als we iets nieuws proberen: wat nou als dit of dat?’
Blijf nieuwsgierig
Jezelf en je medewerkers uitdagen met nieuwe prikkels is goed, hoe spannend het ook kan zijn. De prikkels houden je hersenen in gezonde conditie, vooral als de prikkels je fantasie triggeren of je nieuwsgierigheid opwekken.
Als kind ben je door je nieuwsgierigheid de hele dag bezig met nieuwe prikkels. ‘Die nieuwsgierigheid raken we als volwassenen een beetje kwijt. Dit komt omdat we heel erg in hokjes leren denken. Op werk zie je dat bijvoorbeeld terug in functieprofielen. Toen ik als adviseur werkte, leek het me leuk om als adviseur ook evenementen te organiseren. Maar dat lag bij de afdeling marketing. Dan houdt het al op’, vertelt Saskia. Te veel in hokjes denken stompt onze nieuwsgierigheid een beetje af. Je kan dan in een sleur terecht komen omdat je te weinig prikkels krijgt. Het is dus belangrijk om medewerkers de ruimte te geven om nieuwe dingen uit te proberen, zodat ze wél voldoende prikkels krijgen.
Een bore-out voorkomen
Een goede balans van prikkels houdt ons dus gezond. Maar wat is dan een goede balans? Want te weinig prikkels betekent sleur en van te veel prikkels worden we overprikkeld en dat is ook niet fijn. Saskia legt het uit. ‘Eigenlijk is het simpel. Kijk naar de hoeveelheid prikkels en hoe leuk ze zijn. Stel je hebt genoeg prikkels en je vindt de prikkels ook leuk, dan zit je ontspannen. Maar als je veel prikkels hebt en je vindt ze niet leuk, dan kost dat je bakken energie en ligt een bore-out op de loer.’ Een bore-out krijg je als je niet genoeg gestimuleerd wordt. De symptomen zijn hetzelfde als bij een burn-out. Je kan last krijgen van depressie en extreme moeheid. Actief aan medewerkers vragen hoe ze de hoeveelheid prikkels ervaren, helpt en voorkomt zo’n bore-out.
Kwalitatieve bore-out
Bij een bore-out wordt vaak gedacht dat iemand alleen maar verveeld uit het raam zit te staren. Dat kan, maar hoeft niet. ‘Er bestaat ook een kwalitatieve bore-out. Dit kan voorkomen als iemand heel druk is met moetjes. Dingen die je niet leuk vindt om te doen. Het gaat dus niet per se om de hoeveelheid prikkels, maar ook om de kwaliteit van de prikkels. Word je er blij van, geeft het je voldoening, uitdaging en zingeving? Dan zit je goed. Maar als er iets wegvalt, wordt het lastig.’
Nooit meer een baaldag? Jawel hoor
Voldoening en uitdaging zijn fijn, maar het betekent niet dat jijzelf of medewerkers dit bij elke taak moeten voelen. Bijna niemand vindt alle taken op het werk 100% leuk. Er zitten altijd dingen bij die nou eenmaal moeten en dat is ook oké. ‘Ook hier gaat het om balans. Als medewerkers 80% van hun taken leuk vinden en 20% niet, dan is daar niks mis mee. Van de 80% die ze leuk vinden, krijgen ze genoeg energie om de overige 20% te doen. Maar als het andersom is, dan moet je oppassen. Want dan kost het te veel energie. De balans is kwijt.’
Begin klein
Merk je nou dat medewerkers te weinig gestimuleerd worden? Of dat ze eerst blij binnen liepen en nu opeens neerslachtig en met weinig energie rondlopen? Ga daar dan het gesprek over aan. En denk daarbij eerst in kleine stappen. ‘Wanneer we iets willen veranderen, denken we meteen dat dat heel groots moet. Dat kan, maar hoeft zeker niet. Zo kun je medewerkers ook stimuleren binnen de huidige baan of omgeving op zoek te gaan naar meer prikkels.’ Bijvoorbeeld door flexwerkplekken te creëren, inspiratielunches te organiseren of samenwerking tussen verschillende teams te stimuleren. ‘Wat je ook steeds meer ziet heet jobcrafting (de fantastische naam die de Belgen er voor hebben is baanboetseren)’, vertelt Saskia. ‘Het gaat er om dat je verder kijkt dan een functieprofiel. Misschien passen bepaalde taken uit een pakket niet goed bij de een, maar heel goed bij een ander. Dan kun je kijken of er onderling wat geruild kan worden.’ Zo zijn er overal wel dingen mogelijk om jezelf of medewerkers een meer stimulerende werkomgeving te bieden. En belangrijk hierbij? Het hoeft niet in één dag te worden aangepakt en opgelost. ‘Neem de tijd en wees een beetje lief voor jezelf en je collega’s.’