""

Wat willen we bereiken

Inkoopbeleid GGZ offerte instellingen 2026

Versie: 1.0
Datum: 1 april 2025

Lees in dit hoofdstuk over de kern van ons inkoopbeleid

En wat we met het inkoopbeleid willen bereiken.

De houdbaarheid en betaalbaarheid van de GGZ staan onder druk

De vraag naar geestelijke gezondheidzorg is de afgelopen jaren sterk toegenomen, terwijl de GGZ met forse personele problemen kampt. Daarnaast is de instroom in de GGZ hoog terwijl de doorstroom en uitstroom stagneren. Mede daarom staat de toegankelijkheid al jaren onder druk en krijgen mensen met een complexe zorgvraag niet altijd tijdig de gewenste zorg.

Als zorgverzekeraar hebben wij, samen met de betrokken partijen waaronder zorgaanbieders, de verantwoordelijkheid om de GGZ betaalbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit te houden. Dat betekent: het verdelen van schaarste op een goede manier.

In ons inkoopbeleid staan daarom de volgende 3 thema’s centraal:

  1. Het verbeteren van de toegankelijkheid voor verzekerden met een complexe zorgvraag.
  2. Het verminderen van de instroom in de GGZ via Mentale Gezondheidsnetwerken.
  3. Het effectief inzetten van behandelcapaciteit ten behoeve van de toegankelijkheid.

We stimuleren passende zorg en spreken ons uit over de aanspraak op zorg

De toegankelijkheid in de GGZ is een maatschappelijk vraagstuk. Wij werken continu aan landelijke randvoorwaarden voor de juiste zorg op de juiste plek. We stimuleren passende zorg. Ons uitgangspunt is hierbij ‘zelf als het zelf kan, thuis als kan, digitaal als het kan en integraal als het moet’. We sluiten aan bij de beweging ‘van zorg naar gewoon leven’ waarbij we benadrukken dat niet elke hulpvraag een (medische) zorgvraag is die in de Zvw of Wlz behandeld hoeft te worden. Vaak kunnen informele oplossingen uit iemands persoonlijke omgeving of hulp vanuit het sociaal domein ervoor zorgen dat medische of professionele hulp voorkomen kan worden. Ondersteuning via een herstelcentrum kan bijvoorbeeld een goede manier zijn om te leren omgaan met aanhoudende klachten. En zo de beweging van zorg naar gewoon leven te maken.

We dragen bij aan de discussie rondom de aanspraak op zorg. En we stimuleren de ontwikkeling op het gebied van preventie en investeren in initiatieven die als doel hebben om de mensen met een hulp- of zorgvraag sneller op de juiste plaats te krijgen. Zo ontwikkelen wij digitale hulpmiddelen die onze verzekerden voorzien van handvatten om zelf met een hulpvraag aan de slag te gaan. Ook besteden we aandacht aan preventie in onze campagne ‘Mentale Weerbaarheid’, specifiek gericht op social mediagebruik onder jongeren. Op deze manier proberen wij de niet-noodzakelijke instroom af te buigen en dragen wij bij aan de noodzakelijke verkorting van de wachtlijsten.

1. Toegankelijkheid verbeteren voor verzekerden met een complexe zorgvraag

Verzekerden met een complexe zorgvraag moeten soms lang wachten op een intake en behandeling. De toegankelijkheid van zorg staat voor deze groep onder druk, terwijl zij juist de zorg het hardst nodig hebben. Daarom focussen wij in ons beleid op het verbeteren van de doorstroom en het vergroten van de uitstroom van verzekerden uit de GGZ.

We krijgen zicht op cruciale GGZ

In het Integraal Zorgakkoord (IZA) is afgesproken om gezamenlijk ‘zicht te krijgen op de benodigde capaciteit, voorzieningen en infrastructuur van (boven) regionaal cruciaal zorgaanbod, passend bij de zorgvraag van de patiënt (IZA – pagina 60-62)’. Landelijke partijen zijn met elkaar in gesprek over de nadere uitwerking van deze afspraken en starten een nieuwe inventarisatieronde in het eerste kwartaal van 2025.

Zorgverzekeraars nemen de resultaten van deze inventarisatie mee in de contractering 2026 mits oplevering plaatsvindt voor 1 juli 2025. Om het gesprek te voeren over de cruciale ggz in de regio’s is de Gespreksleidraad cruciale ggz opgesteld. Zilveren Kruis neemt deze als basis voor gesprekken met zorgaanbieders over cruciale ggz. Mochten er wijzigingen of aanpassingen zijn, dan volgen we de landelijke afspraken.

Samen houden we de acute GGZ beschikbaar

Zilveren Kruis blijf zich inzetten om de acute GGZ beschikbaar te houden voor ieder die dat nodig heeft. Van zorgaanbieders verwachten we dat zij hier regionaal een actieve bijdrage aan leveren.

2. Minder instroom in de GGZ door Mentale Gezondheidsnetwerken

Behandeling binnen de GGZ is niet altijd de meest passende interventie. Soms vergt een hulpvraag van een cliënt de inzet van een ander domein. Het zo goed mogelijk benutten van het schaarse GGZ-personeel vraagt om gerichte inzet en dus een scherpere afbakening van GGZ-zorg.

Minder instroom in de GGZ door Mentale Gezondheidsnetwerken en verkennend gesprek

In 2026 zijn in elke regio Mentale Gezondheidsnetwerken waarbinnen het verkennend gesprek hét instrument wordt om te waarborgen dat iemand snel op de juiste plek terechtkomt. Samen met het zorgveld en gemeenten realiseren wij de Mentale Gezondheidsnetwerken. Dit doen wij binnen de bestaande financiële kaders, en (her) alloceren zorggelden op een andere manier.

De inzet van Mentale Gezondheidsnetwerken zorgt voor een reductie van de instroom in de GGZ. Daardoor blijft er meer capaciteit over voor zorgvragen die wel de inzet van de GGZ vereisen. Ter ondersteuning van het ontwikkelen en contracteren van de Mentale Gezondheidsnetwerken is een Leidraad Contractering Mentale Gezondheidsnetwerken opgesteld.

3. Behandelcapaciteit effectief inzetten voor betere toegankelijkheid

Zilveren Kruis voelt een grote verantwoordelijkheid om actief bij te dragen aan de noodzakelijke veranderingen binnen de GGZ. Onze inzet begint aan de voorkant waarbij we inzetten op het verbeteren van de mentale gezondheid van onze verzekerden. Tegelijkertijd vinden wij het van groot belang dat de schaarse behandelcapaciteit zo effectief mogelijk wordt ingezet om de toegankelijkheid van zorg te verbeteren. In het IZA hebben partijen afgesproken 6% behandelcapaciteit vrij te spelen.

Op basis van de inzichten uit het Zorgprestatiemodel (ZPM) blijven wij ons in 2026 richten op de effectieve inzet van groepsbehandeling, op- en afschalen van zorg en de logische samenhang tussen zorgvraagtypering en setting.

Wij stimuleren behandeling in groepen

Het blijkt dat veel psychologische interventies minstens even effectief aangeboden kunnen worden in groepen. Door zorg meer in groepen aan te bieden, kunnen er meer mensen worden geholpen in dezelfde tijd. Daarom zien wij groepsbehandeling als een belangrijke mogelijkheid om zorgcapaciteit vrij te spelen. In 2026 gaan wij ervan uit dat u behandelingen in de basis in groepsvorm aanbiedt, tenzij er zorginhoudelijke overwegingen zijn waarom deze zorg niet in een groep aangeboden kan worden. Wij monitoren het percentage groepsconsulten en kijken hierbij naar de trend in de afgelopen jaren. Wanneer wij opvallende variatie zien, bijvoorbeeld een percentage dat (ver) onder het gemiddelde ligt of geen toename in het percentage groepsconsulten in de afgelopen jaren, kunnen wij het gesprek met u hierover aangaan. En mogelijk hier consequenties aan verbinden.

Wij verwachten dat de beschikbare behandelaren doelmatig worden ingezet

Wij zien dat er groepsconsulten gedeclareerd worden waarbij 4 of meer behandelaren tegelijkertijd aanwezig zijn. Het schaarse personeel, dat nodig is voor het tijdig behandelen van mensen (met complexe zorgvragen), lijkt hiermee niet effectief te worden ingezet. Wij gaan ervan uit dat u in de basis maximaal 2 consultregistrerende behandelaren inzet, ongeacht de groepsgrootte. Op basis van onze monitoring en gesprekken met het zorgveld merken wij dat deze inzet het meest gangbaar is. Wij blijven de inzet van het aantal behandelaren bij groepsconsulten volgen. Waar nodig gaan we hierover met u in gesprek en kunnen hier mogelijk consequenties aan verbinden.

Wij vinden op- en afschalen van zorg vanzelfsprekend

Voor de meeste patiënten wordt gedurende het gehele traject slechts 1 setting en/of 1 verblijfzwaarte gedeclareerd. Dit beperkt de doorstroom en beïnvloedt de zorgkosten. We verwachten dat er in de meeste gevallen gedurende het zorgtraject een zichtbare verandering optreedt in bijvoorbeeld de zwaarte van de setting of verblijfszwaarte.

Wij gaan ervan uit dat u de Handreiking Zorgvraagtypering GGZ1  volgt, en op logische momenten in het behandelproces het zorgvraagtype evalueert. Voor elk zorgvraagtype is er een richtinggevende evaluatietermijn. Wij verwachten dat u ook de keuze voor de setting en/of de verblijfszwaarte (deelprestatie verblijf) evalueert en waar nodig aanpast, met als doel de juiste zorg op de juiste plek te leveren.

Wij gaan ervan uit dat op basis van de zorgvraag van de cliënt, de best passende setting wordt gekozen. Zie voor meer informatie de NZa Informatiekaart settings in het zorgprestatiemodel. Klinische setting declareert u alleen voor de opnameperiode, dat wil zeggen van de dag van opname tot de dag van klinisch ontslag. Consulten voor of na deze periode, vallen binnen één van de ambulante settings.

Wij verwachten een logische samenhang tussen zorgvraagtype en setting

Het zorgvraagtype maakt de zwaarte van de zorg die nodig is voor de cliënt duidelijker. Met zorgvraagtypering kan makkelijker worden besproken wat gepaste en doelmatige zorg is. Eén van de doelen is om beter te voorspellen welke zorg en hoeveelheid daarvan nodig is voor groepen cliënten. En om daarover passende afspraken te maken. Daarbij is het belangrijk dat zorgvraagtypering juist wordt vastgelegd en tijdig wordt aangepast als de zorgvraag wijzigt.

Alhoewel we met elkaar nog aan het leren zijn over de zorgvraagtypering, hebben wij op basis van gesprekken die wij gevoerd hebben met zorgaanbieders over passende zorg, een conclusie getrokken over de inzet zorgvraagtype 1 en 2. In 2026 vergoeden wij zorgvraagtype 1 en 2 niet langer in de klinische of hoogspecialistische setting.

We stellen strengere eisen aan het declareren van setting Hoogspecialistische GGZ

In het kader van de juiste zorg op de juiste plek, verwacht Zilveren Kruis dat zorgaanbieders setting 8 van het Zorgprestatiemodel alleen declareren voor cliënten die voldoen aan de eisen van hoogspecialistische zorg zoals vermeld in de Handreiking contractering setting Hoogspecialistische GGZ. Vanaf 2026 stellen we de eis dat de zorgaanbieder, die zorg levert in setting 8 Hoogspecialistische GGZ met het keurmerk TopGGZ, 1 van de 5 Decision tools van TopGGZ gebruikt ter onderbouwing. En dit vastlegt in het patiëntdossier. Daarnaast moet de verwijsbrief zijn opgenomen in het patiëntdossier waarin staat onderbouwd dat behandeling in de SGGZ niet afdoende is gebleken. Zilveren Kruis kan hier indien nodig op monitoren en consequenties aan verbinden.

U zet digitale zorg in om behandelcapaciteit vrij te spelen

Het Integraal Zorgakkoord vraagt nadrukkelijk aandacht voor het verbeteren van de toegankelijkheid o.a. door het vrijspelen van behandelcapaciteit. Hiervoor ziet Zilveren Kruis een belangrijke rol weggelegd voor digitale en hybride zorg. Samen met zorgaanbieders hebben wij de afgelopen jaren de inzet van digitale en hybride zorg geprobeerd te versnellen. In 2024 hebben we met elkaar in kaart gebracht welke zorg in 2025 hybride en digitaal geleverd kan worden. Voor 2025 is het doel gesteld dat 25% van de doelpopulatie ook daadwerkelijk hybride en/of digitale zorg ontvangt. Echter zien we vanuit Zilveren Kruis dat de inzet van digitale zorg maar langzaam van de grond komt. Om toch de gestelde doelen te halen, gaan we vanaf 2026 meer eisen stellen aan de inzet van digitale en hybride zorg en hier ook op naleven.

Vanaf 2026 verwachten wij van zorgaanbieders dat, waar mogelijk en passend, behandelingen digitaal of hybride worden geleverd. U biedt alle cliënten actief de mogelijkheid aan om digitale of hybride zorg te ontvangen, ook tijdens het wachten. Daarnaast verwachten we van zorgaanbieders dat ze het label S01 meegeven op de declaratie bij alle consulten die digitaal plaatsvinden, met als doel inzicht te krijgen in de inzet van digitale zorg.

U levert vóór 1 juli 2025 een plan van aanpak voor digitale zorg aan

In het plan van aanpak beschrijft u welk digitaal en hybride aanbod u levert in welke fase van de behandeling en met welk doel (zo nodig per afdeling/zorgpad). Ook beschrijft u hoe dit bijdraagt aan passende zorg voor de cliënt en het vrijspelen van personeel. We vragen hierbij ook speciale aandacht voor het opnemen van toepassingen van AI, zoals spraakgestuurd rapporteren. Verder kunt u hierbij denken aan een e-health-platform dat toegankelijk is voor cliënten, waar de cliënt actief mee aan de slag moet of dat onlosmakelijk verbonden is met de behandeling. Of bijvoorbeeld online EMDR. U kunt ook denken aan wearables of apps. Daarnaast beschrijft u de doelen voor de komende jaren waarbij wederom aandacht is voor passende zorg en het vrijspelen van behandelcapaciteit en het verminderen van wachtlijsten. Tot slot is in het plan ook aandacht voor het trainen van uw behandeld personeel met digitaal en hybride werken. Samen met uw inkoper stelt u haalbare KPI’s op die we volgen en waar we eventueel financiële consequenties aan verbinden. Het plan van aanpak is onderdeel van de inhoudelijk aanbiedingsbrief.

Iedereen in Nederland toegang tot goede zorg voor een betaalbare premie

Daar staan we voor. Maar doen we nu niets? Dan moet in 2040 één op de vier werkenden een baan hebben in de zorg om aan de zorgvraag te voldoen. Het is een grote maatschappelijke uitdaging het tij te keren. Dat kunnen we niet alleen, dat krijgen we alleen samen voor elkaar. Hoe? Door zorg dichterbij mensen te brengen en tegelijk zorgprofessionals te ontlasten. Lees meer over onze aanpak op onze website.

1) Downloads - Zorgprestatiemodel