Anna's moeder heeft dementie

Dat Anna’s moeder aan dementie leed wist haar vader al een tijdje. Hij hield het stil voor zijn kinderen. Na zijn dood openbaarde het zich in volle omvang. Nu belt haar moeder haar tien tot honderd keer per dag.

“Het kwartje viel op de dag dat mijn vader stierf. Hij lag in een hospice, hij had darmkanker en het was heel snel gegaan. Mijn moeder ging even een luchtje scheppen. Mijn vader pakte mijn hand en zei: ‘Het gaat niet goed met je moeder, let goed op haar.’ Toen wuifde ik het nog een beetje weg met ‘natuurlijk gaat het niet goed met haar, haar man ligt dood te gaan’. Maar daarna zag ik het opeens. Ze kwam de kamer in en zei: ‘Ik heb zojuist Betty gesproken.’ Betty is haar zus die al 15 jaar dood is. Mijn moeder zag er opeens zo kwetsbaar uit en zo vermoeid. Een paar uur later viel mijn vader in haar armen in slaap, en kwam de dood om de hoek kijken.

Diagnose Alzheimer

Tijdens de voorbereidingen voor de uitvaart bleef ze maar over Betty beginnen. Ik zocht kleren met haar uit, en zij zocht steeds naar jurken die ze helemaal niet had. Op de crematie was ze de namen van mensen vergeten. Ik probeerde het aan het verdriet te wijten, maar langzaamaan zag ik in dat er meer aan de hand was. We gingen naar de huisarts en inderdaad: Alzheimer. Mijn vader wist dit al, kwam ik via de huisarts te weten. Hij had ervoor gekozen ons hiermee niet lastig te vallen. Dat is natuurlijk lief van hem. Maar als we het eerder hadden geweten hadden we maatregelen kunnen nemen. We hadden haar op een wachtlijst kunnen zetten voor een geschikt huis. We hadden mijn vader kunnen helpen met voor haar te zorgen. We hadden professionele begeleiding kunnen inzetten.

Tot het einde samen

Het is nu bijna een jaar geleden dat mijn vader overleed. Ik ben heel blij dat ze tot het einde samen zijn geweest, zonder hulpverleners en gedoe over haar ziekte. Maar de impact op mij en mijn zus is enorm. Ik heb een fulltimebaan in de bejaardenzorg. Ik heb twee hockeyende-niet-hun-huiswerk-makende pubers in huis. Mijn moeder belt me tien tot honderd keer per dag. En ze belt mijn zus nog vaker – omdat ik heel vaak niet kan opnemen. En dat geeft zoveel onrust: is ze verward aan het ronddwalen, of belt ze gewoon omdat ze niet weet wat ze moet eten? Dus dan zit ik tijdens vergaderingen naar mijn zus te appen, die ook moet werken, en zo proberen we elkaar gerust te stellen.

Goede band

De band tussen mij en mijn zus is sterker dan ooit. We moeten er ook weleens om lachen. We zijn blij dat mijn vader heeft meegekregen dat wij voor mama zorgen. Toch denk ik vaak: ‘Lieve papa, had het ons gezegd’. Ze staat nu op de wachtlijst voor een goed huis. We hopen dat ze daar over een paar maanden terecht kan. Dan krijgen we weer wat lucht in deze situatie. En dan kunnen we beginnen aan rouwen om zijn dood.”


schrijvende hand

Redactie Magazine