Hoe ik ben begonnen met sporten
Miriam: “Mijn buren zijn fanatieke wandelaars. Elke dag zie ik ze voorbijlopen als ze een rondje polder gaan doen. In coronatijd sloten zich verschillende mensen uit de buurt aan. Op werkdagen om tien uur in de ochtend verzamelde de groep zich. De buurvrouw had al eens gezegd: ‘Ga ook mee!’ maar ik zag het niet zo zitten. Wandelen, tja, het sprak me niet zo aan. Aan de andere kant: ik zat hele dagen op een stoel achter mijn computer en fietste zelfs niet meer naar kantoor. Er moest dus wel iets gebeuren. Ik at te veel en bewoog te weinig. Zoveel was me wel duidelijk.”
Maar ik houd helemaal niet van wandelen
“Ik besloot mee te gaan. De eerste keer vond ik het wel leuk, omdat ik eindelijk eens wat langer dan 5 minuten op straat met de buren praatte. Zo ging het de tweede, derde, vierde keer ook. Nou ja, laat ik niet flauw doen: week 1 ging prima. Ik voelde me trots dat ik elke dag een half uurtje wandelde en iets aan mijn gezondheid deed. Maar na die eerste week wist ik zo ongeveer wel wat de buren met me wilden delen. De wandelingen werden eentoniger. Het praten, het lopen langs het weiland, ik had het vrij snel gezien. Ik begon er thuis tegen mijn man over te klagen. Hij vroeg, terecht: ‘Waarom doe je het dan?’ Ik antwoordde: ‘Inmiddels vanwege de sociale druk. Maar ik hou helemaal niet van wandelen!’ Ontzettend saai vond ik het. Ik probeerde onder de wandelingen uit te komen door te appen: ‘Jongens, vandaag lukt niet, want veel zoommeetings’. Maar dan stonden ze weer voor mijn deur en ging ik toch mee.”
Welke sport past bij mij?
“Op een dag, tijdens ons rondje, liepen we langs een veldje waar een personal trainer iemand een bokstraining gaf. ‘Dat lijkt me zo leuk’, zei ik en één van de buurmannen reageerde: ‘Oh, ik ken nog iemand die net begonnen is dit soort trainingen te geven.’ Ik kreeg het telefoonnummer van die trainer en boekte een proeftraining. Wonder boven wonder bleek boksen helemaal mijn sport te zijn. Voor het eerst in mijn leven heb ik echt zin om op regelmatige basis te bewegen. Van boksen ga je helemaal stuk en dat vind ik heerlijk.
Zoek een sport die bij je past
Lang verhaal kort: ik boks nu twee keer per week. Plus de ene keer pilates die ik al deed, vind ik dat wel even voldoende. Wandelen doe ik nog heel af en toe, om op de hoogte te blijven van de nieuwtjes in de buurt. Ik heb mijn buren eerlijk gezegd dat ik iets heb gevonden wat ik leuker vind en wat beter bij me past. Gelukkig snappen ze dat. Inmiddels ga ik ook weer geregeld met de fiets naar kantoor, dus mijn beweegpatroon is een stuk verbeterd.”